Het begin van Oude Pekela

Het begin van Oude Pekela

Eeuwenlang was dit veengebied, doorsneden door de Pekel Ae nauwelijks begaanbaar. Aan de noordkant ligt het Winschoter Zuiderveen. Hier stonden in de 13e eeuw een paar boerderijen (Bij de huidige straat Appelhof) vanwaar uit wat boekweitteelt op het veen bedreven werd. Tussen het Zuiderveen en het enorme veenpakket zuidelijk ervan lag een veendijk die het meeste, zure, veenwater tegen moest houden, Deze zelfde veendijk hield ook het zeewater tegen bij de laatmiddeleeuwse stormvloeden die de Dollard vormden. Zuidelijk van de dijk is geen zeeklei op het veen gespoeld.

De eerste bemoeienis van de Stad Groningen met dit gebied was waarschijnlijk rond 1478, toen de Stad hier een versterking liet bouwen om de de lokale adel van Wedde onder de duim te houden. De Pekelborg lag vlakbij een kruising van veendijken, een aantal oude wegen en de Pekel Ae. Op de plaats van het centrum van het latere Pekela. Op deze uitsnede kaart van Haubois hieronder staat het terrein van de borg nog aangegeven, aan de onderkant (tegenwoordig Scheepshellingstraat). De borg is waarschijnlijk rond 1500 al (deels) afgebroken.

De Stad Groningen groeide, dat uitte zich in honger naar macht in de Ommelanden, maar ook een honger naar grondstoffen. Hout was een schaars goed aan het worden, te schaars als brandstof voor een groeiende stadsbevolking. Turf werd er al tijden gestoken vlakbij Stad, de enorme veengebieden wat verder weg boden nu ook zakelijke kansen. Een clubje investeerders en ondernemers kochten in 1599 van landeigenaren in Winschoten grote stukken veen. Van dit clubje bleef Feike Alles Clock over als drijvende kracht voor de ontwikkeling van dit gebied. Voor zijn vakkrachten liet hij de Kamers bouwen aan de oever van de Pekel Ae, vlakbij de Pekelborg. Simpele (één-kamers) huisjes in een straatje aan het water. De kern van een nederzetting was geboren.

De plek van de kamers aan de huidige Hendrik Westerstraat.

Die simpele kamers waren vast beter dan de behuizingen van het werkvolk. Dat waren echte seizoenarbeiders. Turfmaken was immers werk voor het droge seizoen. In winter en voorjaar was er weinig te doen. Het werk werd aanbesteed door de verveners, die de percelen veen voor 10 jaar huurden. De 101 lotten waar het om ging waren verdeeld in 3 complexen. Ten noorden van de Pekel Ae 35 lotten, die 28 veenplaatsen vormden. Zuidelijk van de Ae noordelijk van de Veendijk 33 lotten, met 24 veenplaatsen en ten zuiden van de Veendijk ook 35 lotten, 18 veenplaatsen.

1 reactie op “Het begin van Oude PekelaVoeg die van jou toe →

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *